Op heel bijzondere wijze greep de Here in mijn leven in, nadat ik in het jaar 1948 van vakantie terugkwam en weer volop aan het werk wilde gaan als predikant in de Gereformeerde Kerk te Enschede.
Plotseling was daar de inslag van een wonder, zó aangrijpend voor de mens die het aangaat, dat elke beschrijving tekort schiet. Mijn studeerkamer stond onverwachts in lichterlaaie. Ik hoorde in de geest een geweldige storm en had de ervaring van een engelverschijning. Ik begaf mij naar het raam en constateerde hoe buiten alles bladstil was. Vervolgens liep ik naar de slaapkamer, keek in de spiegel en merkte dat ik er uitzag als een dode; daarna ging ik weer terug naar de studeerkamer, greep, als door een onzichtbare hand geleid, een blocnote en nam achter mijn bureau plaats.
Toen sprak de Heer woordelijk: “Mijn kinderen hebben gebeden en Ik antwoord…”
De Heer sprak over Israëls toekomst, over het komende wereldreveil, gaf boodschappen voor de kerken en liet mij daarna vele dagen lang in brandende visioenen zien hoe de laatste tekst van Maleachi inhoudelijk identiek is met Openbaring 10.
Ik wil hierover een verklaring afleggen, die voor het aangezicht Gods de kracht heeft van een eed: “Here God, Gij weet hoe ik mij van niets anders bewust ben, dan dat U woordelijk sprak in 1948, en ik geef de ervaring met het daaruit onmiddellijk voortgevloeide exegetisch inzicht naar mijn vermogen door.”
De andere kant is echter ook, dat allen die geloven in de Naam van Jezus Christus, ten aanzien van een tot hen gerichte profetie, de taak hebben te handelen naar de richtlijn van 1 Thessalonicenzen 5:20,21: “Veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het goede.”
Stichting Getuigenis en Eenheid | Postbus 64814, 2506 CE 's-Gravenhage